Text Size

rommelmarkt

De Rommelmarkt

Een van de zegeningen van het coronatijdperk was dat er geen rommelmarkten georganiseerd werden. Maar nu moesten we eraan geloven en wel aan een heel grote: ‘De Gorcumse’.  Karin had zich al een paar dagen verheugd op deze hoogtijdag. In de bijna oneindige verzameling plastic horloges, oorbellen, ringen en andere meuk op haar kamer is er altijd nog plaats in haar beleving voor meer van deze kostbare sieraden. Haar (lade)kasten puilden uit en ons belangrijkste doel op deze dag is de schade van ‘nog meer’ beperkt te houden. Ik had de twijfelachtige eer om mevrouw in haar rolstoel langs alle 400 kramen te manoeuvreren.

Entree

Schijnbaar arriveerden we op ‘primetime’. Er stonden twee onafzienbare rijen wachtenden voor de loketten om het begeerde entree ticket te bemachtigen. Eén loket voor contante betaling en één voor pin. Dit leidde tot veel commotie omdat dit verschil door de goedbedoelende lokettistes voortdurend uitgelegd moest worden aan de ongeduldige gelukszoekers. Dit samen met het feit dat de gemiddelde ‘rommelzoeker’ nauwelijks ‘proactief’ in de wachtrij zijn portemonnee getrokken had, overtrof de wachttijd met gemak de telefonische wachttijd bij een contact met KPN.

Toen we eindelijk met onze kaartjes het rommel walhalla wilde betreden werden we gecontroleerd door een onderuitgezakte, dikbuikige, getatoeëerde vijftiger, die in het dagelijks leven ‘assistent huishoudhulp’ was maar nu in de rol van Petrus voor de hemelpoort acteerde. “Rolstoele hoeve niet te betoale” besliste hij, ga maar met je kaartje je geld terughalen. Ik begreep aan zijn toon, dat het vergeefse moeite was om deze ultieme daad van ‘positieve discriminatie’ te weigeren en besloot de 4 euro te gaan reclameren.  Toen ik de lange rij wachtenden zag begon ik al te twijfelen.  Toch maar inbreken op de wachtrij. “Wie heeft dat gezegd” sprak de verantwoordelijke kassier. Oh, weer een idee van Gerrit, zuchtte hij. Ik begreep dat ‘Petrus’, Gerrit heette. Na een discussie onder de gezaghebbenden waar ook de ongeduldige wachtenden zich mee bemoeiden, kreeg ik mijn duur betaalde 4 euro terug ging ik naar binnen en sloop langs Gerrit, vernederd en gebrandmerkt als profiteur. Gerrit echter werd bevestigd in zijn rol van weldoener en beschermheer van alle gehandicapten.  

In de immense hal schuifelden de kooplustigen langs de schier oneindige hoeveelheden prullaria, tegen beter weten in, op zoek naar die ene ultieme schat die nooit gevonden wordt. Bij de eerste van de 400 kramen was het gelijk raak. Tussen de bergen afgedankte meuk, waar zelfs geen wanhopige kringloopwinkel beheerder belangstelling voor had, bespeurde onze dochter oorbellen. Bij het zien van deze kostbare kleinoden liep haar stressniveau zodanig op dat dit onmiddellijk de drang op haar blaas verhoogde: “Ik moet plasse”

Het damestoilet

Als ervaren begeleider had ik bij binnenkomst de wc gelijk al gespot. Ik vermoed dat de ontwerper van de hal deel uitmaakte van een satanisch complot waardoor hij de wc op maximale afstand van de ingang gepositioneerd had. Ik had de hoop dat de ontwateringsfase pas na een uur zou plaatsvinden, maar het was dus al raak bij de eerste kraam. Dus begon ik de hopeloze tocht naar de wc.  Hopeloos omdat de verwachtte aanlooptijd naar het uiterste punt van de hal ongetwijfeld de tijd van de maximale spanningsboog van haar blaasspieren zou overschrijden. Na een gespannen reis kwamen we onverwacht droog aan bij de dames wc. In deze duiventil schreeuwde onze geliefde dochter om voorrang wat ze uiteindelijk kreeg. Ze durfde de wc deur niet op slot te doen met als gevolg dat enkele nietsvermoedende rommelzoeksters die even dachten hun behoefte te doen, de stuipen op het lijf gejaagd werden en getrakteerd werden op een scheldkanonnade vanaf de bezette pot. Toen ik overmoedig het vrouwen heiligdom binnenstapte en me posteerde voor haar deur, besefte ik hoe een valselijk beschuldigde ‘me-too’-er zich moest voelen. Daar ze droog gebleven was troostte ik mezelf dat alle moeite niet tevergeefs was. Toen we uiteindelijk de wc verlieten zag ik in een hoekje een vrijstaand, schoon, verlaten en ongebruikt invalidentoilet. (!)

Terug bij af.

Vol goede moed vervolgde we onze terugtocht naar de start van het rommelparadijs. Bij kraam 1 vroeg Karin: “Ben je boos?” In goed Nederlands vertaald betekent dit: ‘Ik heb in mijn broek geplast.” Jan Doedel aanvaardde de inmiddels bekende terugtocht met het vaste voornemen ze dit keer een luier om te doen.  Twintig minuten later stonden we weer gepamperd bij kraam 1 en waren we ruim een uur na binnenkomst weer terug bij af.

Blingbling

Voor Karin is een rommelmarkt een eindeloos paradijs, maar ook een plaats van ongekende verzoekingen. Voor praktisch iedere kraam is wel meuk met plastic horloges en blingbling uitgestald. Een simpele wandeling door de hal, betekent voor ons een onophoudelijke strijd om niet onder enthousiaste kreten van het ene naar het andere stalletje getrokken te worden. Na 40jaar word je daar moe van. De eerste indrukken die je van een mens hebt worden door gewone stervelingen vaak gevormd door mimiek, non-verbale info, kleding etc., zo niet bij Karin, zij scant naar horloges, armbanden, ringen en kettinkjes. In een mum van tijd heeft ze de rommelgever ingeschaald. Als dit eenmaal op haar harde schijf is opgeslagen, is het niet meer te deleten, zelfs na jaren niet. In haar bijna oneindige verzameling prullaria, is er bij Karin altijd plaats voor meer. Om dit te bereiken heeft ze in de loop der jaren meedogenloze technieken ontwikkeld.

Veroveringsmethodes

Deze kunnen in verschillende omstandigheden en situaties aangepast worden. Is haar aandacht getrokken naar een mooi sieraad, en mooi betekent vooral groot, kitscherig en vol glitters, dan trek ze haar plan. Een argeloze standhouder wordt in de eerste fase van deze strategie verrast door Karins enthousiasme en extreme aandacht en geeft haar dan volledige aandacht. Dat is zijn/haar eerste fout! Na de eerste verwarring ervaart het slachtoffer deze eerbetuigingen van de uitgespreide meuk als een bevestiging van zijn/ haar goede smaak en in sommige gevallen zelfs van zijn/ haar identiteit. Dat is de tweede fout! In een volgende fase van deze voorspelbare strijd herkent men dat Karin verstandelijk gehandicapt is, zo ontstaat er een zwak moment, waar Karin genadeloos gebruik van maakt. Zeker in de rommelcultuur, waar men niet gewend is aan deze wrede, geslepen methodieken zijn er ongekende mogelijkheden voor Karin. Het slachtoffer krijgt te maken met allerlei vreemde en gemengde gevoelens van verlegenheid, bewogenheid, superioriteit en medelijden. Dit is een klimaat wat perspectieven biedt voor Karin. De volgende fase in deze ongelijke strijd is dat Karin ‘de gedoodverfde juwelen ' voor de lol mag passen:’ Dat is de derde fout!

De ‘genadeslag’

Waarna Karin de definitieve genadeslag toebrengt door haar enthousiasme tot ongekende hoogte op te voeren en het slachtoffer het idee te geven, dat juist dit juweel op tafel het enige is wat ze in haar hele leven geambieerd heeft. Tot slot capituleert de verwarde en gehersenspoelde rommeleigenaar en geeft het begeerde kleinood genereus GRATIS aan Karin. We hebben heel wat mensen in bescherming voor Karin moeten nemen, die naast hun meuk, hun gouden horloges, trouwringen, parelen kettingen en andere kostbaarheden rücksichloos weggaven. Vaak kwamen ze deze haar nog hollend achterna brengen. Vervolgens moeten wij als ouders dezelfde strijd voeren als de rommelaar, wanneer we Karin opdracht geven de ' gekregen spullen' weer terug te geven. Na 40 jaar winnen we dit maar net, en gaan we verder met een schuldgevoel dat we 'dat kind’ haar gekregen speeltje ontnomen hebben. Veel straatschoffies zijn stinkend jaloers op de uitgebreide tools en slagvaardigheid van Karin.

Gezelligheid kent geen tijd.

Nadat Karin haar dag limiet van 2 horloges en 2 paar oorbellen en een uil weer ruimschoots overschreden had, konden we naar huis. Tevreden koesterde ze de gewonnen rommelschatten op de achterbank van de auto. De gelukzalige flow en verrukkelijke roes zal ongeveer twee dagen duren. De refractaire periode van 2 dagen zal weer gevolgd worden door een nieuw verlangen en zoektocht naar nog meer schatten. Karin nooitgenoeg heeft dan haar schatten na twee dagen zorgvuldig opgeborgen op een verborgen plekje dat zij alleen kent.  De rommelmarktkoning en organisator van Aerle heeft Karin gesmeekt om een deel van immense meuk voorraad op haar kamer, verdeeld over verschillende markten te gelde te maken. Ze heeft dit geweigerd!

De oppervlakkige lezer zal denken dat ik een hekel aan rommelmarkten heb, niets is minder waar! Iedere keer is het weer genieten van het gelukzalige gezicht van Karin. Voor niet-verstandelijk gehandicapten zijn eindexamens, verlovingen, sollicitaties, trouwerijen belangrijk. Voor Karin zijn het de rommelmarkten die begeerde hoogtijdagen die sjeu aan het leven geven.

Pin It